maandag 15 februari 2016

De krant



Heb je een abonnement op de papieren krant van De Stentor dan is er in mijn dorp keuze uit twee edities, Zutphen of Deventer. Nou ja, keuze. Bij de uitgever staat ‘Deventer’ voorgeprogrammeerd voor de inwoners van mijn dorp, Gorssel. Een vooringenomen vorm van meedenken? Ik kwam erachter dat je op je hoede moet zijn opdat niet de ‘verkeerde’ krant in de bus valt.

In mijn dorp is er, zolang ik mij herinner, een afwijkende Noord-Zuid gerichtheid van de mensen. Grofweg kun je stellen dat men ten zuiden van de kerk richting Zutphen keek en ten noorden ervan richting Deventer. Rondom de kerktoren deed men wat het beste uitkwam.
In mijn schooljaren op De Vullerschool, alweer meer dan een halve eeuw geleden, merkte ik dat elke dag. Veel klasgenoten wisten meer over Deventer dan ik. Ik als ‘Zuiderling’ kende weer beter de weg in Zutphen, omdat we van huis uit meer op die stad waren gericht. Na de lagere school vertrokken de kinderen richting het voorgezet onderwijs in één van beide steden. Daarmee raakte ongewild een groot deel van de jeugd van elkaar verwijdert en bleef de scheiding voelbaar. Behalve voor de enkelingen die elkaar twee keer per week bij dezelfde sportclub tegenkwamen. De oorsprong van dit fenomeen is voer voor demografisch onderzoekers. Ik houd me bij feiten die ikzelf constateerde.
 
De verscheidenheid in mijn dorp zorgt ervoor dat de lokale bevolking kiest voor één van beide edities van de regionale krant. Altijd viel de editie Zutphen in onze brievenbus. Omdat wij doordeweeks het huis al uit waren voordat de krantenbezorger kans kreeg onze brievenbus te vullen is daarvan de papieren zaterdagkrant overgebleven. De columns van Tommie en özcan willen we letterlijk in de hand hebben tijdens het weekendontbijt, evenals de puzzels. De rest kan digitaal.
Het wordt november, een vriendelijke dame van De Stentor belt voor een fantastisch aanbod. Zes dagen van de week een krant in de bus voor het halve geld. We zijn eraan toe, ook al omdat het werkzame leven goeddeels achter ons ligt. De eerste dag gaat het mis. ‘Deventer’ ligt op de deurmat. De bezorgster toont haar lijstje en we concluderen samen dat haar niets te verwijten valt. Het automatisme waarmee de uitgever wijzigingen doorvoert faalt. Geen spoor van pro-activiteit te ontdekken. Een week later is de administratie op orde. De eerste factuur valt zwaar op de maag. Het volle pond. Opnieuw telefonisch contact met een bijzonder vriendelijke dame.  Tja, dat automatische systeem hè! Men verkoopt het liefst eenheidsworst.
De fout wordt hersteld. Met ingang van de volgende maand is een nieuw abonnement aangemaakt. U raadt het wellicht. De eerste dag. Jazeker, ‘foute’ krant in de bus. Nieuwe poging met die uiterst vriendelijke dame. Wat het systeem niet aankan wordt achteraf opgelost. Het blijft opletten in dat dorp van mij.
    
Joop Hekkelman

Geen opmerkingen:

Nao an ’t hatte

  Kóns is ’n begenaodegd verteller dood egaone. ’n Man dén neet te evenaren völt. Teminste dat denk iej op zo’n moment. Wee kan better veu...