Soms overmant mij verbazing over de strategie van
vertegenwoordigers van belangen. De één haalt
oude koeien uit de sloot, er zijn er die zich profileren ten koste van anderen
of zij willen anderen voorschrijven wat het beste voor hem of haar is. Slechts
weinigen is het gegeven om uitsluitend te debatteren met positieve argumenten
omtrent de zaak die zij bepleiten.
In mei was er een Ronde Tafel Gesprek met
belangenvertegenwoordigers van de dorpen der gemeente. Een afgevaardigde uit één van de dorpen verenigde alle hierboven beschreven
tactieken in zijn betoog. De schouwburg Lochem is volgens hem een
‘boerentheater’ waar niemand vanuit de westelijk gelegen dorpen naar toe gaat,
en de ‘zichzelf respecterende’ theaterbezoeker gaat liever naar Orpheus in
Apeldoorn. Voor de kosten van het gemeentehuis en de Schouwburg kan veel in de
dorpen worden gerealiseerd, aldus deze man. Het debat ging over gemeentelijk locatiebeleid.
Dat laatste argument is zeker waar, maar dergelijke onomkeerbare oude koeien bij
de horens vatten zet geen zoden aan de dijk.
Waar deze ‘geachte afgevaardigde’ alle andere wijsheid vandaan haalt is mij
een raadsel.
Met zekere regelmaat ben ik te vinden in de theaters van
Lochem, Zutphen, Deventer en Apeldoorn. Mijn waarneming is dat er in de
schouwburg van Lochem zeker niet minder mensen aanwezig zijn uit het westelijk
deel van onze gemeente dan in die van de omliggende steden. Wat schrijnend is
in het betoog van de ‘geachte afgevaardigde’; hij schoffeert de theaterbezoeker
uit onze gemeente, alsook de programmering van de Schouwburg. Degenen die wel
naar de Lochemse schouwburg gaan zijn volgens zijn interpretatie mensen met
weinig respect voor zichzelf, omdat zij een, in zijn ogen, inferieur theater
bezoeken. Je vraagt je af of iemand die dit beweerd zelf de geneugten van dit
theater wel eens heeft geproefd. Ik moet bekennen dat ik hem op die plek nooit
ben tegengekomen. Toch wil ik hem het voordeel van de twijfel geven omtrent
zijn intentie en gedachten die avond. Preken voor eigen parochie met populaire
praat overkomt ons allemaal wel eens.
Waar het feitelijk om draait is of we cultuur een
serieuze plek willen geven binnen onze gemeenschap. Krijgt het betoog van
genoemde afgevaardigde aanhang dan vrees ik het ergste. Het zou een teken van
wegkwijnende beschaving zijn als een gemeente met meer dan 30.000 inwoners haar
ingezetenen voor een avondje schouwburg naar de buren stuurt.
Recent onderzoek wees uit dat theaterbezoek na enkele
mindere jaren weer toeneemt. Lokaal getinte producties nemen daarbij een steeds
prominentere plaats in. In ons eigen dorp hebben we sinds een aantal jaren
gelukkig weer een openluchttheater. Daar gebeuren mooie dingen en het brengt
mensen samen. Jammer dat er slechts zes keer per jaar een voorstelling is
vanwege wensen van omwonenden. Voor sommigen blijft cultuur een moeilijk ding.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten