Wij wonen in een relatief
veilig dorp. Bijna dagelijks horen we een loeiende sirene over de ‘grote
weg’ langs razen op weg naar slachtoffer of ziekenhuis. Dat is het wel zo’n
beetje. Van een grote ramp bleven we tot op heden verschoond. Behalve dan de
ongelukken op de N348. Dat zijn er veel geweest.
Volgens de ANWB is deze weg‘relatief‘ veilig en volgens de gemeente zijn er in de periode 2010 – 2015 24 ongelukken geregistreerd. Mijn registratie loopt al iets langer, ik woonde aan beide zijden van deze weg. In mijn geheugen staan de namen van zeker tien dodelijk verongelukte verkeersslachtoffers gegrift. Die spelen op in mijn gedachten, telkens als ik een onheilsplek passeer. Ik heb het over dat deel van het traject, tussen de dorpen Eefde en Gorssel waar deze slachtoffers vielen en dat in de volksmond ‘De Dodenweg‘ wordt genoemd.
Volgens de ANWB is deze weg‘relatief‘ veilig en volgens de gemeente zijn er in de periode 2010 – 2015 24 ongelukken geregistreerd. Mijn registratie loopt al iets langer, ik woonde aan beide zijden van deze weg. In mijn geheugen staan de namen van zeker tien dodelijk verongelukte verkeersslachtoffers gegrift. Die spelen op in mijn gedachten, telkens als ik een onheilsplek passeer. Ik heb het over dat deel van het traject, tussen de dorpen Eefde en Gorssel waar deze slachtoffers vielen en dat in de volksmond ‘De Dodenweg‘ wordt genoemd.
Vijftig jaar werd er gepraat
over aanpassingen toen het er eindelijk van kwam om het dorp Eefde te ontlasten,
met een nieuwe brug over het Twentekanaal. Tijdens een inspraakronde in de
aanloop naar besluitvorming, werd de toenmalig verantwoordelijke wethouder geconfronteerd met een vraag over de
aanstaande verkeersdrukte en daarmee gepaard gaande onveiligheid verderop, tot
voorbij mijn dorp. Zijn reactie was onthutsend: hij moest een probleem in de
kern van Eefde oplossen. (Hetgeen overigens volkomen terecht is aangepakt.) Behoudens
een aanpassing van de toegang tot mijn dorp vanuit de richting Zutphen en de 50
kilometerzone rond het dorp, bleef het daarbij. Daar waar de meeste
slachtoffers vielen is niets gedaan.
Omwonenden van de N348 en de
gemeente Lochem willen nu, om redenen van veiligheid, de maximum snelheid naar
beneden brengen tot 60
kilometer per uur. Logische wens, gelet op de historie
van het tracé en de toenemende verkeersstroom.
Veiligheid staat hoog op politieke prioriteitenlijstjes. Een fluitje van een
cent om dit voor elkaar te krijgen zou je denken. Niet in Gelderland.
De gemeenten Zutphen en
Lochem, aan elkaar verbonden in het Samenwerkingsverband Stedendriehoek, staan in
deze kwestie lijnrecht tegenover elkaar. De instantie die het voor het zeggen
heeft, Provincie Gelderland, kiest voor het Zutphense standpunt. Belangen van
commerciële aard, waaronder een vlotte doorstroming van het vrachtverkeer van
en naar Zutphen, worden als argument gebruikt om niets te doen. De woordvoerder
van de Provincie voegt daaraan toe dat de investering in een 60-kilometerweg
boven het budget gaat omdat in de voorbije jaren voldoende is geïnvesteerd in
de omleiding bij Zutphen en Eefde. De uitsmijter: volgens de Provincie moeten
Lochem en Zutphen, die geen van beiden zeggenschap hebben over investeringen in
deze weg, het samen maar uitzoeken.
Geen woord over de
onveiligheid waarover omwonenden zich zorgen maken.
De beleidsmakers in Arnhem komt
waarschijnlijk de vage conclusie van de ANWB en de statistieken over een
beperkt aantal recente jaren goed uit.
Vaak moet ik afremmen voor
fietsers die met ware doodsverachting oversteken, vooral scholieren, en
automobilisten die te traag de weg oprijden of verlaten. Het wordt tijd om eens
echt te luisteren naar mensen die uit eigen ervaring over hachelijke situaties
voor hun deur vertellen. Of 60 kilometer de ultieme oplossing is weet ik niet. Slachtoffers zijn er wat mij betreft al teveel
geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten