vrijdag 9 september 2016

De Gids en de rest



De zomer is voorbij, het dagelijkse leven neemt weer zijn gang. Langzamerhand wordt onze brievenbus ook weer gevuld met de weekkranten. In mijn straat wordt wekelijks trouw bezorgd. De eerste woensdag van september telde ik er zeven die door de gleuf in de voordeur werden geperst.
De meesten hielden in juli-augustus een paar weken vakantie. Dat rechtvaardigt de vraag of we iets hebben gemist in die krantloze weken.

Ik heb dat voor mezelf eens geanalyseerd.
Eigenlijk is er maar eentje die ik echt mis wanneer die niet verschijnt. Dat is onze ‘good old’ De Gids. Vanuit Harfsen wordt elke week met zorg een nuttig krantje gemaakt. Die, wat mij betreft, ook nog eens de concurrentie aankan met de digitale informatie die over ons wordt uitgestort. Lezers treffen er op de eigen omgeving toegesneden informatie, adverteerders weten wie ze ermee bereiken en verenigingen kunnen hun nieuws erin kwijt. Hulde aan de maker!

De andere zes vormen feitelijk niet meer dan een aanvulling waar het gaat om informatie rondom mijn woonomgeving. Meer het - herhaling is de kracht van reclame - idee zit achter de verspreiding ervan.
De Bathmense krant heeft interessante kanten omdat daarin berichten staan met nieuwswaarde over en rond het grensgebied richting noord- noordoost.
Dan hebben we Contact voor ’grensinformatie’ aan de zuidkant. Die blinkt overigens niet uit met informatie over ons gebied. Vreemd is dat niet, omdat wij het moeten doen met de editie Zutphen/Warnsveld. Waarom dat krantje  bij ons in de brievenbus wordt gestopt begrijp ik daarom niet zo goed. De Berkelbode is van belang omdat daarin het gemeentenieuws is opgenomen. Hetgeen wat mij betreft evengoed in De Gids kan. Hoewel, die informatie is ook digitaal beschikbaar op de website van de gemeente.
Omdat In de Kijker slechts om de twee weken verschijnt, is het minder actueel ten aanzien van het nieuws van dichtbij. De Steden Driehoek en de Zutphense Koerier zijn vooral gericht op de steden.
Al deze krantjes worden ons toegeworpen om hoge oplagecijfers te presenteren aan adverteerders. Inhoudelijk hebben zij geen meerwaarde voor de door mij gewenste informatie. Sterker, het kost bij sommigen veel moeite, af en toe wordt zelfs een financiële bijdrage gevraagd, om een redactioneel artikeltje geplaatst te krijgen.

Kortom, het houdt niet over met de toegevoegde waarde van de bulkvracht papier die ik elke week achter de voordeur opraap.
Niemand hoeft het eens te zijn met mijn analyse en conclusie. Ik hoor al denken: plak een sticker op de voordeur dan ben je van de rommel af. Daar zit ‘m nou net de kneep. Dan mis ik ook De Gids. Lang leve De Gids.

Geen opmerkingen:

Nao an ’t hatte

  Kóns is ’n begenaodegd verteller dood egaone. ’n Man dén neet te evenaren völt. Teminste dat denk iej op zo’n moment. Wee kan better veu...